Deze week gaan we verder op ontdekkingstocht. Om goed te kunnen bepalen wat je nu ook echt mooi zal staan, is het handig om er achter te komen welke kleuren je er stralend uit laten zien. Als je al eens een kleuranalyse gehad hebt weet je dus al precies wat wél en wat niet bij je past. Heb je nog nooit een kleuranalyse gehad dan is het misschien zinvol om hier eens naar te kijken. Bedenk van te voren wat je wilt, wil je bijvoorbeeld alleen beoordeelt worden op basis van de seizoenen of wil je echt kleuren vinden die bij jouw persoonlijk passen. Kijk wie er bij jou in de buurt zit en op welke manier er gewerkt wordt. Waar voel jij je prettig bij? Wordt er ook geleerd hoe je de kleuren kunt combineren en hoe je het kleurenpaspoort of de kleurenwaaier moet gebruiken? Kijk eerst even goed rond en bekijk waar jij je prettig bij voelt.
Ontdek zélf wat bij je past
Vind je een kleuranalyse te veel, maar wil je wel graag ontdekken welke kleuren je er stralend uit laten zien? Duik je eigen kledingkast eens in en zoek alle kleuren bij elkaar. Het maakt niet uit welke kledingstukken het zijn als de kleuren maar bij elkaar zijn, dus alle groenen, blauwen, roden, enzovoorts. Van elke kleur zullen er verschillende tinten zijn, hierdoor kun je ontdekken wat mooi bij je staat. Ga voor een spiegel staan waar ook goed daglicht binnen komt. Door het daglicht kun je zien wat de kleuren met je doen, bij lamplicht zie je nooit hoe het er in het ‘echt’ uit ziet. Leg nu per kleur elk kledingstuk rond je nek en kijk goed wat het met je ogen en je huid doet. Je zult veel moeten proberen en bij de ene persoon is het beter zichtbaar dan bij de ander, maar als je echt goed kijkt moet je het kunnen ontdekken. Je zult ontdekken dat bijvoorbeeld de ene kleur blauw je beter staat als de andere. Als je niet alle kleuren in je kast hebt hangen, kijk dan eens bij een vriendin of iemand anders die je goed kent, misschien hebben zij kledingstukken in andere kleuren. Dit kun je natuurlijk ook leuk met z’n tweeën doen!
Hoe werk ik?
Ik werk op basis van de dominante karakteristiek, dit betekend dat ik kijk naar je uiterlijke kenmerken zoals je ogen, huid en haar. In mijn geval betekend dit dat mijn eerste kenmerk gedempt is. Het contrast in mijn uiterlijk is niet hoog, de gedempte kleuren staan daardoor het beste bij mij. Mijn huid is overwegend warm, maar er zitten ook koele tinten in waardoor de warme kleuren mij meestal het beste staan. Er zijn ook wat koelere kleuren die ik prima kan dragen zoals sommige paarse en blauwe kleuren. Mijn tweede kenmerk is dus warm. Als laatste kijk ik nog naar het kenmerk licht/donker, maar in mijn geval zit ik een beetje in het midden. Pastelkleuren staan mij echt minder mooi en hele donkere kleuren zijn ook wat minder. Ik kies dus meestal voor kleuren die niet te licht of te donker zijn. Dit betekend niet dat ik geen licht (of donker) shirtje aan kan, maar je kunt dan al veel goed maken door er een ketting, een sjaal of een jasje of vestje in een ‘goede’ kleur op te dragen. Je moet hier een beetje mee leren spelen.
Als je er achter bent welke kleuren je goed staan, ben je weer een stapje dichter bij je nieuwe kledingstijl. Wil je graag meer weten over de manier waarop ik werk? Kijk even bij kleuranalyse, en ik hoop dat je daar alle informatie vind die je zoekt. Als je toch nog vragen hebt stuur mij dan een mailtje en ik geef je snel antwoord terug.
Volgende week gaan we naar het derde deel van deze serie en die gaat over het vinden van je lichaamsvorm.
Liefs,
Alieke